Toespraak bij de opening van de expositie in de St. Joh. De Doperkerk te Wageningen op 1 oktober 2016

Door pastoor Henri ten Have

Wat raakt, verbindt. Onder dit jaarthema wordt deze expositie gehouden en geopend in de kerk. Daarom heb ik wat nagedacht over de betekenis van dit jaarthema in relatie tot kunst en kerk. Wat betekent: wat raakt verbindt? Is het trouwens altijd waar? En kun je alleen maar verbonden worden als je geraakt wordt, of zijn er ook andere manier van verbinden? En wat te denken van mensen die soms langdurige verbanden met medemensen of gewoontes opgeven omdat het hun niet meer raakt? Kan het geraakt zijn soms ook een emotie zijn, die ook weer verwaait, en geen verbintenis bewerkt?

In positieve zin denk je bij dit jaarthema aan mensen die geraakt worden door een kunstwerk of bijvoorbeeld door een kerkdienst, of een religieuze ervaring. Waarmee worden zij verbonden? In de eerste plaats met dat wat hun raakte: het schilderij , het beeld, het gezang, het gebed. Vanaf het moment dat zij erdoor geraakt worden voelen zij een band ermee. In dat geraakt worden kan het gevoel mee resoneren dat je niet alleen geraakt wordt door het kunstvoorwerp of het gebed of gezang zelf, maar door een soort verborgen wereld achter het schilderij. Die verborgen wereld kan divers zijn: die kan bestaan uit de kunstenaar en zijn belevingswereld, door de werkelijkheid of het gevoel dat wordt afgebeeld of uitgebeeld of door de wereld van de schoonheid, of de wereld van God. Je wordt dan niet alleen maar geraakt door het kunstvoorwerp of de religieuze uitingsvorm op zichzelf, maar je voelt je ook geraakt door de persoon of de werkelijkheid die je erachter vermoedt of ervaart, en kunt je daarmee verbonden voelen.

Ten slotte kan het gebeuren dat je kennis maakt met mensen die eveneens geraakt zijn door dat kunstwerk of deze godsdienstige uiting, en door de uitwisseling van dat geraakt zijn. In dit jaar van Barmhartigheid kunnen we ook denken aan het geraakt worden van de Barmhartige Samaritaan: hij wordt geraakt door de nood van de gewonde man, hij verbindt zich met hem, deelt zijn zorg met de herbergier met wie dan vervolgens ook een verbinding ontstaat. Maar ontstaat zo ’n verbondenheid altijd? We kennen het voorbeeld van Jezus, die vertelt van mensen die geraakt worden door zijn woord, maar daarna het weer laten schieten, en dat vergelijkt met het zaad dat op ondiepe, rotsachtig bodem valt waar het geen wortel kan schieten: er komt geen blijvende verbintenis met Jezus of zijn kerk tot stand. Of dat het opkomend onkruid het ontkiemende gewas verstikt. Of in het verhaal van de Barmhartige Samaritaan: misschien waren de passerende priester en leviet ook wel geraakt door de man in nood, maar niet zodanig dat zij zich met hem verbonden.

Zo kan het ook gaan met het geraakt worden door kunst: het kan gebeuren dat mensen geraakt worden door een kunstvoorwerp, een muziekstuk of ander uiting, maar door niet verder door te gaan op die ervaring of door deze niet te delen met anderen kan deze ook weer vergeten raken, en komt er geen verbinding door deze geraaktheid tot stand. Misschien komen nu wel bij een van de grootste problemen van onze huidige cultuur: dat er zoveel dingen zijn die ons kunnen raken, of zouden moeten raken, zoveel prikkels, dat niets ons meer werkelijk diep kan raken, of als dat toch gebeurt, dat er daarna weer zoveel andere indrukken worden opgedaan waardoor wat echt belangrijk was toch weer vergeten wordt: er komt geen verbinding tot stand: niet met de achterliggende werkelijkheid, niet met de personen met wie je de ervaring gedeeld hebt, als je die al gedeeld hebt. Het was een mooie voorstelling, een mooi concert, een mooie mis, op moment betekent het iets, maar wat, daar is geen tijd meer voor om erover na te denken. Het gevaar is vervlakking en oppervlakkigheid, en innerlijke leegte.

Van de kunst kunnen wij leren dat behalve het moment van geraakt worden ook de langdurige aandacht, de toewijding en de discipline van belang zijn om een verbinding tot stand te brengen. Een kunstenaar kan geraakt worden door een mooi landschap, dat hem inspireert tot het maken van een schilderij, maar na deze emotie die hem raakt komen de praktische zaken als het kopen van verf en ander materiaal, het ruimte maken in de agenda om eraan te beginnen, het doorzettingsvermogen als het de eerste keer niet lukt en niet te vergeten het nadenken over de vraag: wat heeft mij geraakt? Kan ik dat overbrengen en hoe? Is het de moeite waard om over te brengen of weer te geven in muziek of beeld? Hetzelfde geldt voor religie: wat ons erin raakt kan alleen maar verbinding bewerken als er blijvend gewerkt wordt aan die verbinding, bijvoorbeeld door vieringen en gebeden, waarin de oorspronkelijke ervaring van het geraakt zijn weer in herinnering wordt gebracht, of zelfs soms opnieuw opgeroepen en tot leven gebracht. Maar dat werken aan die verbinding vereist toewijding, trouw en discipline, vooral op die momenten dat de oorspronkelijke ervaring vergeten dreigt te raken. Als de preek saai is, het koor niet goed zingt, de medevrijwilligers het af laten weten, dan kun je je afvragen waar we het allemaal voor deden.

De vragen over het geraakt zijn, en het wel niet tot stand komen van verbindingen, en het standhouden van dergelijke verbindingen gelden niet alleen voor kunst en religie, maar ook voor menselijke relaties. Ook daarin gaat het niet alleen om het geraakt zijn door de ander, maar ook om de aandacht, de trouw die daarna opgebracht moeten worden om een verbintenis tot stand te brengen en in stand te houden.

Wat is de betekenis van deze expositie in dit verband? Allereerst dat het ons een contrast biedt met de huidige tijd. En wel in verschillende opzichten:

  • Ten eerste omdat het gaat om handgemaakte voorwerpen: ze hebben tijd, aandacht en oefening gevergd, dus een grote betrokkenheid. Dat ontbreekt vaak in een tijd waarin veel relaties veel functioneler of zakelijker worden en veel producten machinaal gemaakt worden, met grotere snelheid en minder persoonlijke betrokkenheid. Het contrast met de huidige tijd komt misschien ook wel tegemoet aan een verlangen naar meer betrokkenheid en engagement.
  • Ten tweede omdat ze tijd de objecten tijd en aandacht vragen om begrepen of gewaardeerd te worden. Je ziet een schilderij met twee koeien, maar het is niet wat het is, er zit iets anders achter, en daar kom je alleen achter als je er de tijd voor neemt. En tijd is precies de schaarste van onze tijd.
  • Ten derde door de aard van de voorwerpen. Verschillende zijn echte kunstwerken door hun originaliteit of diepzinnigheid. Andere, zoals mijn eigen bijdrage zie ik zeker niet als kunstvoorwerp maar wel resultaat van oefenen, verlangen iets moois te maken, iets dierbaars vast te leggen, zonder diepe gedachten of verheven symboliek. Maar ook dat alledaagse, met zijn sleur en discipline en de acceptatie daarvan horen bij het leven.
  • De meer kunstzinnige expressies nodigen uit om te beseffen dat er een werkelijkheid achter de werkelijkheid is. Dat besef is geen luxe. Dat besef, of beter gezegd, dat geloof is hard nodig. Het geloof in de andere werkelijkheid maakt het mogelijk de alledaagse werkelijkheid van deze wereld met zijn schoonheid en zijn gruwelijkheid te kunnen dragen, uit te houden, en ook te verbeteren.

In die zin heeft een expositie als deze een verhaal te vertellen dat raakt, en dat mensen kan verbinden op een manier die hen verrijkt. Ik dank u voor uw bijdrages en uw aandacht.

Copyright © 2024 Heilige Titus Brandsma parochie Wageningen e.o. Alle rechten voorbehouden.
Disclaimer & Webmaster